De totale hoeveelheid energie-opwek van een PowerNEST hangt af van de locatie, de oriëntatie, de dakhoogte, de vorm van het gebouw, de grootte van het dak en de of er veel omliggende bouw is. Aan de hand van de grootte en oriëntatie van het dak bepalen we hoeveel modules met zonne- en windenergie het beste op het dak passen. We hebben geavanceerde software ontwikkeld om de potentie voor opwek van zonne- en windenergie in te schatten, rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden. Als er nog meer precisie in de voorspelling gewenst is, kunnen we een zonne- en/of windmeter op het dak plaatsen. Bovendien kunnen we het gebouw simuleren in Computational Fluid Dynamics (CFD)-software, om nog fijnmaziger de interactie tussen het gebouw en de windstromingen te voorspellen.

Als er geen wind is, is er meestal wel zon. Als er geen zon is, is er vaak wel wind. Daarom combineren wij zonne- en windenergie in één geïntegreerde modulaire oplossing. Het hele jaar door vullen wind en zon elkaar aan. Denk aan de avondbries en middagzon, maar ook aan winderige wintermaanden en zonnige zomers. De wind en zon zijn vaak het sterkst aan de kust, op eilanden en de wind op gebouwen met meerdere verdiepingen. Ook al voelt u de wind niet op straatniveau, meestal staat er op het dak toch een aanzienlijke hoeveelheid wind. Op dag- en jaarbasis zorgt de combinatie van wind en zon dat PowerNEST vrijwel continu energie opwekt.

Nee, PowerNEST wekt niet evenveel op als de grote windmolens die je in on- of offshore windparken ziet. Deze technologieën richten zich op een andere economische schaal en kunt u daarom niet vergelijken. Zo’n grote windmolen kunt u niet midden in een stad plaatsen en het heeft ook geen zin om een PowerNEST op een grote windmolenpaal te plaatsen. Om een idee te geven van het verschil in schaal:

Een grote windturbine met een vermogen van 3 megawatt [GE, 2018] heeft een rotordiameter variërend van 130 tot 137 meter met een masthoogte van 110 tot 164 meter (vergelijkbaar met een gebouw van 55 etages of de Maastoren in Rotterdam). De opwek van zo’n turbine wordt geschat op ongeveer 6000 megawattuur per jaar met een kostprijs van ongeveer 7 miljoen euro en een voorbereidingstijd van 7 jaar, voornamelijk door de lange vergunningsprocessen. Daarnaast is het onderhoud van zo’n grote windturbine moeilijk te organiseren en kostbaar.

PowerNEST heeft een wind interactie-oppervlak van 7,2 × 4,8 meter en is met een oppervlakte van 34,6 m² zo’n 426 keer kleiner dan het wiekoppervlak van een 3 megawatt windturbine. PowerNEST wordt direct op een gebouw geplaatst en kan ook gemakkelijk worden bereikt voor bediening en onderhoud. De stroomopbrengst zal niet hetzelfde zijn als de on- en offshore windturbines, maar de kosten liggen ook veel lager. Bovendien bieden windmolens niet de extra voordelen van PowerNEST, zoals een langere levensduur van het dakmembraan, een architectonisch aantrekkelijke toevoeging op uw dak, lagere en zekere energiekosten en de mogelijkheid om (op termijn) onafhankelijk te zijn van het energienet.

De conclusie? Het is dus onmogelijk om deze twee technologieën met elkaar te vergelijken, het één zal bij een bepaalde schaalgrootte een betere keuze zijn dan het ander.

Steden en stedelijke omgevingen hebben lagere windsnelheden en veel turbulentie als gevolg van de vele obstructies (gebouwen, bomen, enz.). Bovendien heeft de wind de neiging om ver over het dak te waaien, verder dan de geïnstalleerde windturbine vaak geplaatst wordt. Hierdoor wordt de minimaal nodige windsnelheid voor energie-opwek vaak niet eens gehaald. Dit heeft de kleine windturbine-industrie een slecht imago gegeven.

PowerNEST is speciaal ontworpen om deze beperkingen te overwinnen. Het vangt op een slimme manier windstromen via de gevel op en versnelt ze voor ze de intern geplaatste turbine bereiken. Metingen hebben aangetoond dat de turbine al energie begint te produceren bij een windsnelheid van 2 meter per seconde (7,2 km per uur). Deze windsnelheid is bijna altijd wel aanwezig op een dak. Bovendien is PowerNEST ontworpen om de turbulentie te verminderen, waardoor de totale het proces van wind in energie omzetten veel efficiënter wordt. Hierdoor is PowerNEST bijzonder effectief in de stedelijke omgeving.

We leveren PowerNEST met technologie met de beste prijs-kwaliteitverhouding die momenteel beschikbaar is. Dit beoordelen onze specialisten op basis van directe kosten, levensduurkosten (CAPEX, OPEX), kwaliteit, efficiëntie, veiligheid, betrouwbaarheid van leveranciers en beschikbaarheid. Turbines of turbine-onderdelen moeten na 20 jaar worden vervangen, zonnepanelen na 20 tot 25 jaar en de structuur van PowerNEST gaat zelfs 50 jaar mee. Het rendement van de zonnepanelen vermindert in de loop der tijd met ongeveer 0,6% per jaar. Met IBIS Power’s onderhoudsplan bieden we aan om de rendementen te blijven monitoren en vervangingen en upgrades voor te stellen wanneer ze de output kunnen verbeteren. Met de huidige snelheid van ontwikkelingen van zonnepanelen en windturbines, kan PowerNEST eigenlijk alleen maar beter worden.

Of u van het elektriciteitsnet af kunt, hangt van een aantal zaken af. Kan PowerNEST voldoende stroom opwekken om in de energiebehoefte te voorzien, ook bij pieken in het verbruik? Is er een mogelijkheid om de opgewekte stroom direct lokaal te gebruiken of (tijdelijk) op te slaan? Wat in ieder geval zeker is, is dat lokale opwek van zonne- en windenergie het een stuk eenvoudiger maakt om van het elektriciteitsnet af te gaan. Dit omdat de continu opwek maakt dat er minder batterijcapaciteit nodig is, immers hoeft het risico van energieonderbrekingen minder te worden ondervangen. Ons team kan de situatie van het gebouw bestuderen om de mogelijkheden te onderzoeken voor een off-grid systeem.

Onze software monitort continu de energieoutput en bewaart de gegevens die het rendement bepalen. Op elk moment van de dag, vanaf de eerste rotaties van de turbine. Data als het opgewekte vermogen van de modules, de zonne- en windomstandigheden en de rendementen.